Een Amsterdamse wethouder vertelt
DOCK opereert sinds juli 2003 met het jongerenwerk in het Amsterdamse stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer.
Anton Ederveen (CDA) is portefeuillehouder Welzijn, Onderwijs en Sport en verantwoordelijk voor het jongerenbeleid. ‘Al sinds de jaren negentig is er een integraal jeugdbeleid waarin de verschillende schakels, zoals gezin, school en vrije tijd beschreven staan. Tijdens de vrije tijd is jeugd- en jongerenwerk heel belangrijk. In die periode zijn de kinderen buiten het zicht van hun ouders op straat en verliezen vaak het directe toezicht van thuis. Jongerenwerkers kunnen tijdens die vrije tijd meer structuur aan brengen en activiteiten aan bieden zodat ze zich niet vervelen.
In het stadsdeel hebben we al heel lang jongerenprojecten. Dit wilden we professionaliseren. We hebben vastgesteld wat we wilden en wat het mocht kosten. DOCK werd uitgekozen als beste aanbieder.’
Het pilotjaar loopt van half juli 2003 tot half juli 2004. ‘Ik heb nog geen verslag gezien dus ik kan daar nog niets over zeggen. Wel weet ik wat ik op straat zie. Daar kom ik een ontzettend enthousiast team tegen dat er in slaagt veel jeugdigen te bereiken en echt de jongeren opzoekt. De jongerenwerkers staan open voor nieuwe initiatieven. Wij hadden bijvoorbeeld het idee van een mobiel centrum dat ook elders in de wijk kon worden ingezet. Eerst werd er sceptisch op gereageerd vanuit het jongerenwerk: ‘wat hebben ze nu weer bedacht?’ Maar als professioneel opdrachtnemer werd er al meteen meegedacht en mee gewerkt. Ze zijn nu heel enthousiast over de tot mobiel tienercentrum verbouwde stadsbus.’
Ederveen vindt het heel belangrijk om met een positieve insteek de jongeren te benaderen. ‘Wat betreft criminele jongeren ben ik heel duidelijk. Daarvoor is de politie en justitie. Ik investeer liever in jongeren die niet of een keertje de fout ingaan, want voorkomen is beter dan genezen. Natuurlijk is er wel eens een rottigheid, maar met het overgrote deel van de jongeren gaat het prima. Ze doen het goed op school, zelfs beter dan vroeger. De focus gaat vaak naar een kleine probleemgroep, want daar heb je last van. Je moet niet blijven steken bij deze groep, want dan vergeet je dat het grootste deel van de jongeren het wel goed doet. Voor hen zijn er allerlei activiteiten. Het busproject waarbij jongeren spel- en sportmateriaal kunnen lenen vind ik prima. Door het systeem van de strippenkaart leren ze allerlei zaken. Je combineert daardoor het nuttige met het aangename, dat is een fantastisch mooi concept. Zo’n educatief beloningssysteem kennen we ook bij het Buurtsportwerk in het stadsdeel. Dit werkt goed.’
Dock
Voorbeeld van een tekst uit een jaarverslag