Recent

Noord-Oostpolder en Urk

Noordelijk Flevoland met de Noordoostpolder en Urk heeft een andere uitstraling dan de twee zuidelijker gelegen polders die bij de provincie Flevoland horen. Wellicht heeft dit veel te maken met het feit dat hier al langer geschiedenis wordt geschreven. De gemeente Noordoostpolder is de oudste polder (sinds 1942) van de drie. Landbouw neemt van oudsher een belangrijke en centrale plaats in. Boeren uit het hele land, maar ook mensen die waren verdreven door de watersnoodramp in Zeeland, kozen hier voor een nieuw bestaan. De Noordoostpolder laat zich het beste omschrijven door het rijke gevoel aan ruimte en rust. De boeren kregen voor die tijd relatief kleine percelen toegewezen zodat de variatie aan gewassen nog steeds enorm is.

 

De arbeidershuisjes langs de rechte wegen zijn nog van de pioniers. De boerderijen die later werden neergezet, maakten meteen duidelijk om wat voor boer het ging. Hoe groter de schuur en het huis, des te groter de kavel. Er moest keihard gewerkt worden voordat een pionier grond toegewezen kreeg. Naast hard werken werd er ook veel plezier gemaakt en goed samengewerkt. Dit tekent nog steeds de poldermentaliteit. Men moest inventief zijn om te kunnen overleven in het kale, winderige landschap. De bomen rond het huis, de zogenaamde windsingel, diende ter bescherming van de wind. Tegenwoordig hebben veel woonhuizen ook mooie tuinen. De verscheidenheid wordt daardoor steeds groter.

 

Een groot contrast met de dorpen in de polder vormen de voormalige eilanden Urk en Schokland. Hier was juist altijd gebrek aan ruimte en rust. Op een kleine oppervlakte probeerden de vissers het hoofd boven water te houden. Schokland moest het halverwege de 19e eeuw opgeven en geldt nu als groot voorbeeld voor de strijd tegen het water. Om die reden staat het eiland nu op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Het pittoreske visserdorp Urk en het verlaten Schokland worden veel bezocht door toeristen. Een andere grote attractie in de Noordoostpolder is de Orchideeën Hoeve. Wie oog heeft voor de natuur moet het gebied zeker in het voorjaar bezoeken. Dan staan de velden gladiolen, tulpen en lelies in bloei. Het architectuurdorp Nagele is een bezoek waard, omdat u hier kunt ervaren hoe er halverwege de 20e eeuw werd gedacht over wonen.
Bij de inrichting van Noordelijk Flevoland ging de aandacht vooral uit naar het verstrekken van boerengrond. Bomen werden gelukkig niet vergeten. Ruim een halve eeuw later kunt u genieten in verschillende, aantrekkelijke bosgebieden die een volwassen indruk maken.

 

Watermensen

Bij een bezoek aan Urk raakt u al snel geïntrigeerd door de bijzondere geschiedenis van het eiland. Het boekje De Watermensen van Hans Kuyper is dan een aanrader, omdat hij de geschiedenis mixt met zijn eigen verbeelding. Het resultaat zijn mooie verhaaltjes waarbij u zich regelmatig zal afvragen waar de werkelijkheid begint of eindigt.

 

Urk is visserij

Urk, ooit een arm visserseiland, tegenwoordig een welvarende Flevolandse gemeente met een lange geschiedenis en een unieke cultuur. Tijdens de Romeinse periode lag er in het meer Flevo al een groot eiland. Door de stijging van de zeespiegel werden de hoog gelegen kernen van Urk en Schokland gescheiden. Door de geïsoleerde ligging in de Zuiderzee heeft Urk een eigen cultuur ontwikkeld waar de bewoners nog steeds trots op zijn. De voltooiing van de dijk in 1939 tussen Urk en Lemmer luidde het einde in van een periode, maar bracht meer voorspoed dan men toentertijd dacht. De Zuiderzee werd IJsselmeer en zout water werd brak en daarna zoet. Dit had grote gevolgen voor de vissers die hier al vele eeuwen in kleine huizen tegen de hoge keileembult aanwoonden. De overheid was van mening dat de vissers zich maar moesten omscholen als boer. Urk koos echter voor vissen op de Noordzee en dit bleek een goede beslissing. Tegenwoordig is de bloeiende gemeente het grootste visserijcentrum van West-Europa. De 800 vissers, werkzaam op zo’n 130 schepen, brengen vooral tong, schol en paling binnen.
Religie speelt nog altijd een belangrijke rol in de gemeenschap. Van bezoekers wordt daarom verwacht dat zij de zondagsviering respecteren.

 

Interview met Wiliam Verkraaijen

Inbeelding is veel sterker als er weinig te zien is

Schokland intrigeert, omdat je niet direct kunt zien hoe het was. De huizen zijn immers weg. Je ervaart de historie echter wel en je proeft de sfeer ook.  Het is beter om het je te verbeelden door verhalen dan dat je het laat herleven door het herbouwen ervan. Nu moet je veel meer nadenken over hoe het geweest is. Dat is hier heel bijzonder. Hier kom je tot rust.

 

William Verkraaijen is boer en oprichter van Natuurlijk Schokland. ‘Ik ben geen nazaat van de Schokkers, maar heb wel veel affiniteit met hen. Schokland is een eiland van verhalen, want in 1859 werd het ontruimd. Ziektes, zware armoede en de oprukkende zee dwongen de mensen te verhuizen. Je moet je voorstellen hoe vroeger het water tegen de wanden aanklotste, terwijl soms de golven over de dijken sloegen. Als kind hoorde ik al de gruwelijke verhalen over de verwoestende werking van de Zuiderzee. Je voelt nog steeds het verschil tussen het oude en het nieuwe land. De hoger gelegen delen geven de oude eilandgrenzen aan.’

 

Van boerenbedrijf tot Natuurlijk Schokland

‘Mijn grond ligt voor een deel tegen Schokland aan. Om te voldoen aan de doelstelling van Flevolandschap heb ik een collage aangelegd van oud-hollandse gewassen, zoals boekweit, koolzaad, blauwmaanzaad en andere historische gewassen. Regelmatig kwam ik in de beginperiode toeristen tegen op het eiland die allerlei vragen stelden. Ik raakte ook steeds meer geïnteresseerd en ging veel lezen over de geschiedenis. Toen is aan de keukentafel het idee voor Natuurlijk Schokland ontstaan. Ik zocht ondermeer contact met de Schokkervereniging en andere organisaties die zich bezighielden met Schokland. Mijn toegevoegde waarde was het begeleiden van individuen en groepen over het eiland waarbij verhalen werden verteld. Je verrijkt je kennis steeds meer door met zoveel mensen te praten en dat werkt verslavend. Ik ben begonnen met twee rondleidingen per maand. Er was vraag naar veel meer. Tegenwoordig heb ik twintig gidsen in dienst, waaronder de nazaten van Schokkers. De organisatie is steeds professioneler geworden. Het terrein rond het museum is veel toegankelijker gemaakt door de aanleg van wandelpaden en informatiebordjes langs de route. Groepen die het eiland willen verkennen, kunnen een tocht boeken met een oldtimer tractor. Onze kennis is inmiddels ook behoorlijk uitgebreid. We kunnen allerlei tours verzorgen met thema’s als geologie, archeologie, natuurmilieu, cultuurhistorie en beleid.’

 

Rust moet blijven

‘Ik vind het heerlijk dat ik mede invulling mag ingeven aan de toekomst van Schokland. Recreatie is tot op bepaalde hoogte wenselijk. We willen hier geen friettenten en souvenirshops. In principe moet het rustig blijven zoals het nu is. Ik vind het een verrijking om hier te werken. Elke dag opnieuw. Het wordt steeds interessanter en dat is heerlijk.’

Brochure voor Flevolands Bureau voor Toerisme