Recent

Reisgids schrijver is een zwaar vak

Jij hebt een fantastisch leven. Ik spaar jaren voor zo’n reis en jij krijgt betaald om hetzelfde te doen en nog veel meer. Deze reactie hoorde ik vaak als mensen tijdens mijn reizen informeerde wat ik toch de hele tijd aan het schrijven was. Wanneer ik vertelde dat ik onderzoek deed voor een reisgids en dat ik daar later een boek van maakte, waren veel mensen lichtelijk jaloers. Direct hielp ik hen uit de droom en begon omstandig uit te leggen dat het veel werk was, dat ik maanden onderweg was, dat ik werkdagen had van 8 uur ’s ochtends tot middernacht, dat ik geen dag vrij had, dat je er slecht voor betaald kreeg, etc. Maar natuurlijk moest ik toegeven dat het wel degelijk heel leuk was.

 

Naarmate mijn reizen langer geleden zijn, des te leuker ze lijken te worden. Ik herinner me veel leuke zaken, maar ook hoe zwaar het was. Al lijkt dat redelijk belachelijk in de ogen van een toerist die vakantie heeft gevierd in een land waar ik over schreef. Met vrij grote zekerheid kan ik stellen dat er weinig mensen zijn – laat staan inwoners – die zoveel hebben gezien van een reisbestemming waar ik over schreef.

 

Voor vertrek las ik zoveel mogelijk relevante boeken en artikelen zodat de hoofdstukken geschiedenis, landschap, flora en fauna, cultuur, religie, etc al in hoofdlijnen gevuld konden worden. Zo kreeg ik zelf de noodzakelijke achtergrond om het land goed te leren kennen. In hoofdlijnen stippelde ik voor vertrek al een reisprogramma uit  naar de bekende attracties en andere interessante bezienswaardigheden. Om zoveel mogelijk te bezoeken in een paar maanden, had ik over het algemeen een heel strak en vol programma. Bij voorkeur wilde ik de bezienswaardigheden met eigen ogen zien en het gebied echt beleven.

 

Nog niet zo lang geleden belde een redacteur van een reisprogramma van MAX. Of ik in de uitzending wilde vertellen hoe een reisgids wordt gemaakt. Uit het gesprek bleek dat ze hoopten dat de schrijvers de gebieden vaak niet bezochten, want dat zou wel een leuk nieuwsitem zijn. Toen ik vertelde dat ik gemiddeld een jaar met een boek bezig was en zo’n drie maanden rond reisde, bleek dat minder interessant als thema voor het ontmaskeren van een reisgids. Collega reisgids schrijvers houden er namelijk dezelfde werkwijze op na.

 

Op Korfoe kwam ik op het kantoor van de Tourism Board een Australische journalist tegen die voor de Lonely Planet een soortgelijk boek schreef. We zijn een week met elkaar getrokken. Haar werk bestond er vooral uit om eindeloos allerlei praktische zaken te controleren. Ik was blij dat ik gelukkig veel meer inhoud kon toevoegen aan de boeken. Dat had zij ook wel gewild.

 

mahler701Wanneer ik terug kijk op de reizen, dan herinner ik me dat het echt niet leuk was om op één dag in Australië MovieWorld te bezoeken waarbij ik letterlijk met een PR-meneer de belangrijkste attracties af rende. Vervolgens reed ik met mijn auto heel snel naar Sea World waar ik een show zag met haaien en dolfijnen. Overal maakte ik twee of drie dia’s voor het boek, want met een heel beperkt budget kon je niet veel diarolletjes meenemen. Aan het eind van  de middag reed ik nog even door Lamington National Park en overnachtte in een bijzonder guesthouse op de berg in het park. Daar kan ik me vrijwel niets meer herinneren, zo moe was ik na maanden rondreizen.

 

De meest spectaculaire dag in mijn leven als reisgids schrijver was in Nieuw-Zeeland. De PR-meneer wilde mij zoveel mogelijk laten meemaken en ervaren zodat het gebied veel ruimte kreeg in het boek. Want zo werkt het immers. Als je iets hebt gezien, dan ga je daar over schrijven. Die dag zal ik nooit vergeten.

 

’s Ochtends vroeg begon met een rit te paard door een vulkanisch en thermaal gebied. Overal kwam het stoom uit de grond, dat uit een bijzonder dun laagje bestond. Ik had nog nooit op een paard gezeten, dus heel prettig vond ik het niet. Ook niet dat er verhalen werden verteld dat er regelmatig toeristen omkwamen die te dicht bij de geisers stonden. Maar gelukkig gebeurde dat zelden, en werden ze  herinnerd door bordjes op de plekken waar ze waren omgekomen.

 

Wat was ik blij dat ik eindelijk van het paard af mocht. Het weer was omgeslagen maar toch moest ik mee met de zeilboot het Lake Taupo op waarbij het behoorlijk tekeer ging. Doel was ondermeer de Maori kunst te fotograferen aan de andere kant van het meer. Zeilen was nooit mijn hobby en ik stapte heel graag van boord toen we eindelijk weer terug waren. Daar stond een helikopter klaar waarbij het nog even spannend was of deze wel kon opstijgen vanwege het onstuimige weer. Nog helemaal misselijk van de zeiltocht en de stank van het thermale gebied vloog ik door de lucht. Het wordt wat vervelend, maar ik moet hier toch helaas noteren dat ik last heb van hoogtevrees en dat vliegen niet echt mijn hobby is.

 

Het leverde wel weer geschikte foto’s op voor het boek. Nog niet bekomen van alle acties sleurde mijn gids me mee naar een jetboat. Vrijwel direct voeren we op topsnelheid door de gorge in ondiep water. De lol – voor hen – zat er in dat we in volle vaart door het water sjeesden om dan op de rem te staan vlak voordat we de rotsen raakten. Op de foto kijk ik wel vrolijk, maar zo kan ik het me toch niet echt herinneren. Ik had het gevoel dat ik volledig door elkaar geschud was op allerlei mogelijke manieren.

 

Mijn herinnering laat me in de steek of het dezelfde dag was dat ik bij het bungeejumpen langs ging. Wat had ik een ontzag voor de mensen die sprongen. Van een jongen heb ik verschillende dia’s gemaakt vlak voordat hij sprong. Want dat duurde geruime tijd. Gelukkig had ik geen tijd om zelf te springen. De gids had mij eigenlijk nog mee willen sturen met een vlot over een wildstromende rivier en me andere luchtsporten laten beleven.
Want ik moest het volgens hem allemaal ervaren om er over te kunnen schrijven. Toen heb ik toch maar goed duidelijk gemaakt dat door te kijken ik eveneens een aardig stukje kon maken..

 

’s Avonds hadden ze een kamer geregeld bij een heetwaterbron. De herinnering daaraan is weg, wel dat ik die ontspanning heel hard nodig had na zo’n loeizware dag als reisgids schrijver.

 

 

Natuurlijk maakte ik veel bijzondere dingen mee. Zoals de gids die in een Maori dorp veel vertelde. Een gewoonte is dat je de neuzen tegen elkaar houdt als begroting zodat je elkaars levensadem inademt. Ik kreeg een heel oud veren kleed om dat al generaties werd gedragen door de Maori.Natuurlijk maakte ik veel bijzondere dingen mee. Zoals de gids die in een Maori dorp veel vertelde. Een gewoonte is dat je de neuzen tegen elkaar houdt als begroting zodat je elkaars levensadem inademt. Ik kreeg een heel oud veren kleed om dat al generaties werd gedragen door de Maori.

 

Klik hier voor meer verhaaltjes

Via de links Europa en Wereld krijg je een overzicht van landen waar ik over heb geschreven.

No posts were found.